, [], Whether man can merit everlasting life without grace?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? [19]Niemand is goed dan Een, [namelijk] God. Doch wilt gij in het leven ingaan, [20]onderhoud de geboden. 19. Namelijk van zichzelven, volkomenlijk en een oorsprong alles goeds, voor hoedanig gij mij niet houdt. 20. Christus antwoordt hier naar de vraag en menig van deze jongeling, die door zijn eigen goede werken meende de zaligheid te kunnen verkrijgen, en daarom wijst Hij hem op de wet, om hem daardoor tot erkentenis van zijne onvolmaaktheid, en daarna tot het geloof in hem te brengen; Gal.3:22,24.